Coquilles of St. Jakobsschelpen worden gevangen met een boomkor in het Noordwestelijke gedeelte van de Pacifische oceaan (Japan).
Ingrediënten
St. Jakobsschelpen / coquilles (Patinopecten yessoensis), water (glazering), zout
Allergenen
Bereidingswijze en houdbaarheid
Bereidingswijze: Laat de coquilles langzaam ontdooien. Open de coquilles en haal het witte vlees eruit. Bestrooi het vlees met zout en peper. Zet een pan met een beetje olijfolie op hoog vuur. Voeg de coquilles toe als de olie bijna gaat roken en bak ze snel in 1 – 1,5 minuut aan elke kant, tot ze mooi bruin en licht doorzichtig zijn. Druk zachtjes in de coquille om te controleren of ze stevig aanvoelen. Ze moeten nog wel iets meegeven. Te lang bakken zorgt ervoor dat de coquilles taai worden. Doe een beetje boter in de pan en haal de pan van het vuur. Blijf de pan ronddraaien totdat de boter rond de coquilles is gesmolten. De coquilles zijn klaar!
Houdbaarheid: 1,5 jaar bij -18 graden Celsius.
Gebruik coquilles alleen vers. Na het ontdooien kunnen coquilles niet meer ingevroren worden.
Coquilles kunnen na bereiding gegeten worden. Controleer eerst of de schelp nog dicht zit. Schelpen die iets open staan, zouden dicht moeten gaan als op de schelp wordt geklopt of als de schelp wordt dichtgedrukt. Gaan ze dan nog niet dicht? Dan leeft de coquille niet meer en kan de coquille niet gebruikt worden.